Van sneeuw en ijs naar regen en dooi
Na een prachtig ijsweekend dooit en regent het in ons werkgebied. De sneeuw en het ijs smelt en het teveel aan water wordt via de Regge en de Dinkel via de Vecht afgevoerd naar het IJsselmeer.
De meeste gemalen in ons werkgebied zijn weer langzaam aangezet. Een gemaal pompt water van een lager naar een hoger gelegen gebied. Het zorgt daarmee dat het water in een gebied komt of blijft zodat we droge voeten houden. Ook diverse stuwen staan niet meer op een vaste stand. We hoeven immers de ijsgroei niet meer te bevorderen. Met een stuw regelen we de waterstand in bijvoorbeeld rivieren en beken. Daarnaast zit er door de sneeuwval weinig vorst in de grond. Veel smeltwater zakt langzaam de grond in.
Kortom: het waterschap verwacht, zeker met warmere temperaturen in het vooruitzicht, geen wateroverlast door het smeltwater.