25 oktober 2022


  1. Intrekken oppervlaktewateronttrekkingsverbod openbare vijvers in stedelijk gebied en grondwateronttrekkings-verbod in beschermingszone kwetsbare natuur (ten zuiden van de Vecht
  2. Bestuurlijk Voortgangsrapport 2022
  3. Ontwerp programmabegroting 2023-2026
  4. Verruiming vermogensnorm kwijtschelding waterschapsbelastingen
  5. Mail over hoogtemeting door Vechtstromen rondom opgehoogde grond in Vroomshoop

Besluiten

1. Intrekken oppervlaktewateronttrekkingsverbod openbare vijvers in stedelijk gebied en grondwateronttrekkings-verbod in beschermingszone kwetsbare natuur (ten zuiden van de Vecht).

Besluit

Het dagelijks bestuur heeft op 25 oktober 2022 besloten met ingang van 1 november 2022 in te trekken het:

  1. verbod op onttrekken van oppervlaktewater uit openbare vijvers in stedelijk gebied van 22 juni 2022, Waterschapsblad 2022, nr. 7172;
  2. verbod op het onttrekken van grondwater voor beregening en bevloeiing in kwetsbare, grondwaterafhankelijke natuurgebieden en de gebieden in een zone van 200 m rondom deze kwetsbare, grondwaterafhankelijke natuurgebieden ten zuiden van de Overijsselse Vecht van 11 augustus 2022, Waterschapsblad 2022, nr. 9292.

Kernboodschap

Het groeiseizoen is voorbij en daarmee neemt de watervraag vanuit de landbouw en natuur af. Het neerslagtekort -de maat voor de droogte- is als gevolg van de regen van afgelopen weken gezakt en tevens daalt de watertemperatuur, waardoor risico’s met betrekking tot waterkwaliteitsproblemen zijn afgenomen. Om deze redenen trekken wij het oppervlaktewateronttrekkingsverbod voor openbare vijvers in stedelijk gebied en het grondwateronttrekkingsverbod rondom kwetsbare, grondwaterafhankelijke natuurgebieden per 1 november 2022 in.

Dit betekent niet dat er zondermeer met oppervlaktewater beregend mag worden in ons beheergebied, want de standaard beregeningsregeling blijft gewoon van kracht. Hierin is onder andere bepaald dat alleen oppervlaktewater onttrokken mag worden als de eerste benedenstrooms gelegen stuw nog water afvoert.

Ondanks de regen van afgelopen weken is er nog steeds sprake van droogte en lage grondwaterstanden op de hoge zandgronden in ons beheergebied. We blijven de situatie nauwlettend in de gaten houden en hebben hierover contact met onze collega-waterschappen en landbouw- en natuurorganisaties. De komende maanden zijn we er in ons beheer op gericht om op een veilige manier water vast te houden. Hiermee proberen we -samen met terreinbeherende organisaties- bij te dragen aan het verder kunnen herstellen van de grondwaterstanden.

2. Bestuurlijk Voortgangsrapport 2022

Besluit

Het dagelijks bestuur heeft op 25 oktober 2022 besloten:

  1. in te stemmen met het voorstel voor het algemeen bestuur ‘Bestuurlijk Voortgangsrapport 2022’;
  2. het voorstel ‘Bestuurlijk Voortgangsrapport 2022’ door te geleiden ter besluitvorming door het algemeen bestuur;
  3. de begroting 2022 naar kosten- en opbrengstensoorten te wijzigen (onder voorwaarde dat het algemeen bestuur op 23 november 2022 de tweede begrotingswijziging 2022 per programma ongewijzigd vaststelt).

Kernboodschap

Met het bestuurlijk voortgangsrapport (BVR) 2022 informeert het dagelijks bestuur het algemeen bestuur over de voortgang van de doelstellingen op het gebied van schoon, voldoende en veilig water en over de inzet van middelen. Er wordt veel geïnvesteerd en hard gewerkt aan de opgaven op waterkwaliteit, klimaat en duurzaamheid. De voortgang van veel werkzaamheden ligt op schema. In de landelijk en internationale media is veel aandacht voor prijsstijgingen, schaarste aan goederen en grondstoffen en een krapte op de arbeidsmarkt. Ook voor het waterschap hebben die ontwikkelingen direct en indirect invloed. De uitdagingen zijn groot. Echter, doordat energiecontracten voor 2022 reeds vast staan en ook veel werkzaamheden reeds zijn vastgelegd middels contracten zien we in 2022 nog relatief weinig terug van de stijgende prijzen. Het beheersen van onze doelen en budgetten is belangrijk. Zeker gezien de ontwikkelingen die wij om ons heen zien, waaronder de sterk stijgende inflatie. In de BVR geven wij daar een nadere toelichting op. Per saldo zien we in de BVR een voordelig resultaat van € 1 miljoen, dit resultaat verrekenen we met onze reserves. De BVR wordt op 23 november vastgesteld door het algemeen bestuur.

3.  Ontwerp programmabegroting 2023-2026

Besluit

Het dagelijks bestuur heeft op 25 oktober 2022 besloten:

  1. in te stemmen met het voorstel voor het algemeen bestuur ‘Ontwerp programmabegroting 2023-2026’;
  2. het voorstel ‘Ontwerp programmabegroting 2023-2026’ door te geleiden ter besluitvorming door het algemeen bestuur.

Kernboodschap

De programmabegroting 2023-2026 is de laatste begroting van deze bestuursperiode in de aanloop naar de waterschapsverkiezingen van 15 maart 2023. We kijken terug op een bestuursperiode waarin hard gewerkt is aan de realisatie van de ambities uit het bestuursakkoord, en we kunnen constateren dat de voortgang van deze bestuurlijke ambities op veel terreinen op schema ligt. De afgelopen jaren heeft onder meer door corona veel flexibiliteit van velen gevraagd. Er is veel inzet en voortgang, maar we realiseren ons dat de opgaven die er zijn niet kunnen wachten. We moeten keuzes maken om ervoor te zorgen dat de opgaven georganiseerd en gerealiseerd kunnen worden. Bij de MJV 2023-2032, die op 6 juli 2022 is vastgesteld, zijn die keuzes gemaakt. Voorliggende begroting is uitgewerkt binnen de kaders en uitgangspunten die zijn vastgesteld.

  • Opstellen van een begroting met, blijvende, onzekere ontwikkelingen

In tijden van grote nationale en internationale opgaven op de gebieden van klimaat, waterkwaliteit en duurzaamheid en van grote onzekerheden door een (energie)crisis en oorlog heeft het bestuur van het waterschap een programmabegroting opgesteld voor de periode 2023-2026. Ondanks dat het komende jaar het laatste jaar is van het huidige bestuur was het nodig om in de meerjarenverkenning 2023-2032 keuzes te maken. Deze aangepaste kaders zijn de basis geweest voor het opstellen van de voorliggende programmabegroting. Daarnaast zijn aanvullende actuele (financiële) ontwikkelingen meegenomen bij het opstellen van deze begroting.

  • Blijvende focus en toegenomen urgentie op de uitgangspunten van de blauw groene koers

In deze programmabegroting 2023 – 2026 stelt het algemeen bestuur vast wat de doelen zijn voor, in eerste instantie, 2023 met een doorkijk tot en met 2026, wat we daarvoor gaan doen en welke financiële middelen daarbij horen. De inzichten en de opgaven zijn in de MJV opgenomen en niet allemaal nieuw. Ze passen in de ingezette koers. De urgentie is echter verder toegenomen.

Daarom zijn in deze begroting de financiële middelen opgenomen waarmee het financieel mogelijk wordt gemaakt om de KRW-maatregelen uiterlijk in 2027 te realiseren. Ook blijft beheer op orde centraal staan en creëren we ruimte om de kansen van het nationaal Groeifonds te benutten. Het realiseren van de KRW-maatregelen in 2027 is extra urgent mede door de juridische risico’s van het niet-halen van de doelen voor de KRW. Om de juridische risico’s te beperken is het belangrijk dat de verantwoordelijke overheden er ‘er alles aan gedaan hebben’ om de maatregelen die nodig zijn voor doelbereik KRW uit te voeren.

  • De opgaven vragen ook van de organisatie een schaalsprong

De noodzaak om sneller dan tot nu toe gepland de opgaven te realiseren maakt dat sneller forse extra investeringen nodig zijn. Dat betekent ook dat de organisatie daar op ingericht moet worden. De organisatie is de afgelopen jaren daartoe onvoldoende meegegroeid en dat vraagt nu zowel een kwantitatieve als een kwalitatieve groei. Daarnaast vraagt de ontwikkeling van de arbeidsmarkt en het inzicht in het natuurlijke verloop om de juiste financiële kaders, zodat de organisatie alles in het werk kan stellen voor de realisatie van de opgaven. In deze programmabegroting zijn de gestelde kaders in de MJV daarvoor uitgewerkt.

  • De kosten stijgen en daarmee ook de lastendruk en dit vergt een tariefsprong

Naast de urgenter wordende opgaven en de krapte op de arbeidsmarkt zijn er ook andere prijsopdrijvende ontwikkelingen. Door de oorlog in Oekraïne, door de oplopende inflatie, en in het bijzonder door de hogere energieprijzen stijgingen van kosten, en ook afname van bijvoorbeeld de SDE subsidies. Al met al leiden ook die ontwikkelingen ertoe dat de kosten stijgen en dat de belastingen ook mee zullen moeten stijgen in de vorm van een tariefsprong. Deze ontwikkelingen waren bij het opstellen van de meerjarenverkenning 2023-2032 reeds bekend en verwerkt. Echter, in de periode na het opstellen van de meerjarenverkenning hebben deze ontwikkelingen niet stilgestaan en zijn de prijzen verder opgedreven.

Naast de al afgesproken gemiddelde lastendrukstijging in het bestuursakkoord van in totaal 12,8% (twee jaren 3,4% en daarna twee jaren 3,0%) over vier jaren, steeg de gemiddelde lastendruk in de ramingen van de MJV in de komende vier jaren met in totaal 9,0% extra. Ten opzichte van de inzichten van de MJV zien wij een extra stijging van 3,9%. In totaal stijgt de gemiddelde lastendruk in de periode 2023 – 2026 daarmee met 25,7%.

Daarbij gaan wij uit van de nu bekende effecten van de hogere inflatiecijfers van 6,1% in 2023, 5,0% in 2024 en 3,3% voor 2025 en 2026. Inhoudelijk worden deze toegelicht in de programmabegroting. Om het financieel mogelijk te maken alle opgaven te organiseren, is het ook nodig dat bij een stijgend kostenniveau de gemiddelde lastendruk meebeweegt. Daarom is bij het opstellen van de MJV een systeemwijziging ingevoerd rond de berekenen van de lastendrukstijging, en wordt die stijging opgebouwd uit een basis die gekoppeld is aan actuele inflatiecijfers (conform CPB) en een opslag om noodzakelijke autonome ontwikkelingen en nieuwe keuzes initieel op te kunnen vangen. Het blijft vanzelfsprekend aan het algemeen bestuur om keuzes voor beleid te maken.

Concluderend stelt het dagelijks bestuur aan het algemeen bestuur voor om de programmabegroting 2023-2026 vast te stellen. Deze programmabegroting is gebaseerd op de meerjarenverkenning 2023-2032 zoals deze op 6 juli door het algemeen bestuur is vastgesteld. Hiermee wordt o.a. invulling gegeven aan de uitbreiding van het investeringskader met € 97,7 miljoen in de komende jaren. In 2023 bedraagt de totale exploitatiebegroting € 167,8 miljoen (exclusief reservemutaties) en wordt € 53,1 geïnvesteerd in het werkgebied van Vechtstromen. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan het geven van invulling aan de KRW-opgaven, het renoveren van kunstwerken (met name stuwen en gemalen), baggeren, vervangen van pompinstallaties, bouw van een rioolgemaal, investeringen in ICT en huisvesting.

Het algemeen bestuur neemt op 23 november een besluit over de programmabegroting.

4. Verruiming vermogensnorm kwijtschelding waterschapsbelastingen

Besluit

Het dagelijks bestuur heeft op 25 oktober 2022 besloten:

  1. in te stemmen met het voorstel voor het algemeen bestuur ‘Verruiming vermogensnorm kwijtschelding waterschapsbelastingen’;
  2. het voorstel ‘Verruiming vermogensnorm kwijtschelding waterschapsbelastingen’ door te geleiden ter besluitvorming door het algemeen bestuur.

Kernboodschap

We leven in bijzondere tijden, waarin inwoners ook financiële zorgen hebben. Om een grotere groep inwoners wat meer financiële bewegingsruimte te geven, gaat waterschap Vechtstromen daarom de vermogensnorm voor kwijtschelding verruimen met € 2.000 voor echtparen, € 1.500 voor alleenstaanden en € 1.800 voor alleenstaande ouders. Mensen met een inkomen op bijstandsniveau met net iets meer vermogen dan toegestaan conform de regels rondom kwijtschelding krijgen daarmee wat meer financiële bewegingsruimte.

5. Mail over hoogtemeting door Vechtstromen rondom opgehoogde grond in Vroomshoop

Besluit

Het dagelijks bestuur heeft op 10 oktober 2022 besloten:

  1. de ontvangen mail inzake een hoogtemeting in Vroomshoop door Vechtstromen te beantwoorden met bijgevoegde brief.

Kernboodschap

Het waterschap heeft per brief gereageerd op de ontvangen mail. Het betreft hier watergangen in particuliere eigendom; het op orde houden en brengen daarvan is geen taak van het waterschap, maar van de eigenaren zelf.