Fleringermolenbeek


De Fleringenmolenbeek ligt bij Albergen, in het stroomgebied van de Loolee bovenlopen. Het is een langzaam stromende gekanaliseerde beek op zandgrond met een lengte van 5 kilometer.

De Fleringenmolenbeek voldoet nog niet aan de doelen uit de Kaderrichtlijn Water (KRW). De KRW is het belangrijkste wettelijke kader voor onder andere de kwaliteit van het water. Om aan de doelen van de KRW te voldoen gaan wij werken aan de vispasseerbaarheid van de stuwen en de oevers natuurlijker inrichten.

Uitdagingen

Er ligt nog geen volledig uitgewerkt plan voor dit project. Dit doen wij in fases en in verschillende deelprojecten. Om tot een goed ontwerp te komen voor de vispasseerbaarheid van de beken werken wij met NEGAM in een bouwteam aan mogelijke oplossingen. Daarnaast werken wij samen met adviesbureau BWZ aan de natuurlijke inrichting van de oevers. De komende periode gaan wij daar samen met de omgeving mee aan de slag en wordt het ontwerp uitgewerkt.

Vispasseerbaarheid

Twee stuwen en een kruising van de beek met het kanaal Almelo-Nordhorn vormen de belangrijkste belemmeringen voor vissen en andere waterdieren. Vissen en andere waterdieren zijn continu in beweging en zoeken al zwemmend de juiste plek om te paaien (het voortplantingsgedrag van vissen), te rusten of om voldoende voedsel te kunnen vinden. Daarom is het belangrijk dat vissen en andere waterdieren vrij kunnen bewegen in het water en de stuwen kunnen passeren. Hier zijn verschillende oplossingen voor. Bijvoorbeeld een (vis)migratievoorziening in de beek zelf, een bypass om de stuw of een technische vismigratievoorziening.

Knelpunten

Op het kaartje van de Fleringenmolenbeek van de huidige situatie zijn de knelpunten van de vispasseerbaarheid en oeverinrichting gemarkeerd.

Op het kaartje zijn de knelpunten voor het passeren van vissen gemarkeerd.

Knelpunten voor vissen in beeld

Mogelijke oplossingen voor vissen

Oeverinrichting

De opgave voor de Kaderrichtlijn Water is een meer natuurlijke beek met gunstige stromingscondities voor planten en dieren. Dit kan door bijvoorbeeld de beek te laten meanderen (kronkelen) en hout in de beek aan te brengen. Verder zorgen wij voor meer schaduwrijke plekken op het water om zo de temperatuur van het water lager te houden.

De oevers worden aan één of twee zijdes voorzien van meer begroeiing. In de bestaande situatie is 21% van de oevers begroeid, de doelstelling is minimaal 40%. De combinatie van deze maatregelen maken de Fleringenmolenbeek natuurvriendelijker.

Huidige situatie van de oevers

Mogelijke inrichting voor de oevers