Middensloot
De Middensloot ligt in Weerselo en ligt in het stroomgebied van de Loolee bovenlopen. Het is een langzaam stromende gekanaliseerde beek op zandgrond met een lengte van 5,6 kilometer.
De Middensloot voldoet nog niet aan de doelen uit de Kaderrichtlijn Water (KRW), vooral op het gebied van vispasseerbaarheid en oeverinrichting. De KRW is het belangrijkste wettelijke kader voor onder andere de kwaliteit van het water. Om aan de doelen te voldoen gaan wij werken aan de vispasseerbaarheid van de stuwen en de oevers natuurlijker inrichten.
Uitdagingen
Er ligt nog geen volledig uitgewerkt plan voor dit project. Dit doen wij in fases en in verschillende deelprojecten. Om tot een goed ontwerp te komen voor de vispasseerbaarheid van de beken werken wij met NEGAM in een bouwteam aan mogelijke oplossingen. Daarnaast werken wij samen met adviesbureau BWZ aan de natuurlijke inrichting van de oevers. De komende periode gaan wij daar samen met de omgeving mee aan de slag en wordt het ontwerp uitgewerkt.
Vispasseerbaarheid
In de Middensloot zitten knelpunten die de passeerbaarheid van vissen belemmeren, bijvoorbeeld stuwen. Vissen zijn continu in beweging. Al zwemmend zoeken ze de juiste plek om te paaien (het voortplantingsgedrag van vissen), te rusten of om voldoende voedsel te kunnen vinden. Daarom is het belangrijk dat vissen vrij kunnen bewegen in het water en de stuwen kunnen passeren. Hier zijn verschillende oplossingen voor. Bijvoorbeeld een vistrap in de beek zelf of om de stuw heen, een vispassage of een vislift.
Onderstaand kaartje geeft de Middensloot weer met daarin de knelpunten gemarkeerd. Op de afbeeldingen zijn de knelpunten zichtbaar en worden de mogelijke oplossingen getoond.
Afbeelding met locaties langs de Middensloot waar knelpunten zijn voor het passeren van vissen.
Knelpunten voor vissen in beeld
Mogelijke oplossingen voor vissen
Oeverinrichting
De oeverinrichting langs de Middensloot voldoet nog niet aan de normen van de Kaderrichtlijn Water. Conform de richtlijnen zou de oever voor minimaal 40 % begroeid moeten zijn met bijvoorbeeld planten en struiken. Nu is dat 32 %. Daarom gaan wij over een traject van 500 meter aan de slag met oeverbegroeiing. Dit kan door bijvoorbeeld de beek te laten meanderen (kronkelen), hout in de beek aan te brengen of door begroeiing aan één of twee zijdes van de beek. Zo maken we de oevers natuurvriendelijker.