Klimaat
Ons klimaat verandert. De weersomstandigheden zijn steeds minder vaak gemiddeld. Dat merken we de laatste twee decennia steeds duidelijker. De winters worden natter en in de zomer zijn er langere hete en droge perioden en vallen de buien steeds meer lokaal. Deze zomerbuien hebben vaker een zeer hoge intensiteit, wat leidt tot hoge afvoerpieken en overlast. Per saldo is de jaarneerslag de afgelopen twintig jaar met ongeveer 50 mm toegenomen tot gemiddeld 800 mm per jaar. De droge perioden resulteren in lagere grondwaterstanden. Door de afvoerende werking van ons watersysteem zijn deze grondwaterstanden de afgelopen decennia al lager geworden. In de toekomst moeten we in ons beheergebied rekening houden met een gemiddelde daling van 50 cm in de zomerperiode.
We willen toe naar een klimaatrobuust watersysteem in stad en land. Een systeem dat tegen een stootje kan. Een systeem dat langdurige perioden met veel neerslag, droogte of juist met korte hevige buien op kan vangen zonder dat dit tot grote maatschappelijke ontwrichting leidt.
Als waterschap werken we al jaar en dag aan voldoende water en waterveiligheid. Er wordt met partners al meer dan 10 jaar samengewerkt aan het veiligstellen van de zoetwatervoorziening in Oost-Nederland (ZON-programma). We helpen gemeenten om hoosbuien in steden beter op te kunnen vangen. En in ons dagelijks werk spelen we, met peilbeheer en maaibeleid, in op het veranderende klimaat.
Ambitie
Klimaatverandering vraagt om balans tussen het watersysteem en het gebruik van de ruimte en acceptatie van wateroverlast en droogte.
Onze ambitie is om te komen tot een klimaatrobuust watersysteem in 2050: een systeem dat tegen een stootje kan. Een systeem dat langdurige perioden met veel neerslag, droogte of juist met korte hevige buien op kan vangen, zonder dat dit tot grote maatschappelijke ontwrichting leidt. Hiervoor is een themaplan opgesteld waarin staat wat we al doen en wat we nog meer gaan doen.