Kuilvoeropslag


Hoe gaan we om met perssappen en percolaat?

Op boerenerven leiden afstromend percolaat en perssappen nogal eens tot problemen met de waterkwaliteit. Vaak zijn die met eenvoudige ingrepen simpel en snel op te lossen.

Levenloze sloten

Perssappen ontstaan bij het fermentatieproces van ruwvoer. Hierbij geldt: hoe beter de omstandigheden bij het inkuilen, hoe minder de hoeveelheid perssappen. Zijn er relatief veel perssappen, dan zullen die uit de kuil vrijkomen. Bij (natte) bijproducten zoals aardappelvezels, bierbostel en bietenperspulp, komt veel proceswater vrij. Percolaat ontstaat wanneer hemelwater (regen en sneeuw) in contact komt met onafgedekt voer of voerresten. Perssappen bevatten, net als proceswater en percolaat, hoge concentraties aan voedingsstoffen. Als die bij een lozing in het oppervlaktewater terecht komen, onttrekken bepaalde bacteriën zuurstof aan het water om de voedingsstoffen af te breken. Zo ontstaat er zuurstofgebrek en sterft het leven in het water af. Met als gevolg een rottingsproces dat leidt tot een zuurstofloze ‘stinksloot’.

Een ander probleem met perssappen is de lage zuurgraad, met een pH van ongeveer 5. Dit maakt biologische activiteit bijna onmogelijk, met als gevolg dat de in het water levende organismen dood gaan.

Absorberende onderlaag

De oplossing? Een absorberende onderlaag onder het kuilvoer, die de perssappen vasthoudt. Dit bevordert de voederwaarde in het kuilvoer en het sap kan niet wegstromen.

In de meeste gevallen is een absorberende onderlaag van ongeveer 15 tot 20 centimeter voldoende dik. Er zijn diverse absorberende producten: koolzaad, tarwe, gerst, stro, graszaadhooi, luzerne, droge graskuil of gedroogde bietenpulp. De veehouder kiest wat hem het beste uitkomt. Vindt inkuilen plaats als het regent, dan is het verstandig om vlak voor het inrijden de onderlaag aan te brengen. Die moet dan uiteraard wél beschikbaar zijn. Een absorberende onderlaag heeft als voordeel dat het perssap in de kuil blijft, waardoor het verlies aan voederwaarde wordt beperkt. De ondervloer, of die nu bestaat uit beton of klinkers, blijft intact en er zijn geen problemen met het uitkuilen en het voeren van het stro. Deze goedkope en praktische oplossing draagt ten slotte bij aan schoner oppervlaktewater. En dat willen we toch allemaal?

Sleufsilo met gescheiden waterafvoer

Een andere oplossing is een sleufsilo met gescheiden waterafvoer. Hierbij wordt een afwateringssysteem aangelegd, waarbij perssappen en hemelwater van elkaar kunnen worden gescheiden. Dit kan bijvoorbeeld met in het midden of aan één kant (op één oor) diverse afvoerputten. De putten onder het voer en de eerste vrije put, waarin nog perssap en percolaat kunnen afstromen, staan in verbinding met een aparte opslagkelder. Dit water kan worden uitgereden over het land. De andere putten, die in principe alleen schoon hemelwater afvoeren, staan zo ingesteld dat ze naar de sloot afvoeren. Heel eenvoudig eigenlijk: een kwestie van de kleppen (schoon/ vuil) omzetten, bij het inkuilen de afvoerputten eventueel afsluiten (zuurstof aanvoer, broei) en verstoppingen in de gaten houden. De sleufsilo met gescheiden waterafvoer heeft als voordeel dat hij altijd inzetbaar is, ook bij onverwachte natte kuil. Er komt minder hemelwater in kelder en het werkt schoner met meer werkplezier.